ERKENNING ONGEDAAN LATEN MAKEN ZODAT BIOLOGISCHE VADER ZIJN KIND KAN ERKENNEN
Wat moet een vader doen als na het verbreken van hun relatie, de moeder bevalt van hun kind en het kind door een ander laat erkennen?
Ans en Piet hebben een relatie gehad waaruit Josje is geboren. Tijdens de zwangerschap waren Ans en Piet al uit elkaar. Ans wilde geen contact meer met Piet. Ans kreeg een relatie met Jan en ging met hem samenwonen. Na de geboorte van Josje zorgde Jan voor het gezin, Na een paar weken heeft Jan Josje erkend als zijn kind. Piet komt hierachter en vind dit vreselijk , Josje is zijn dochter en hij wil haar (juridische) vader zijn.
Wat kan Piet doen?
De advocaat familierecht van Piet vertelt dat er in de wet in artikel 1:205 lid 1 BW staat vermeld, wie een verzoek tot vernietiging erkenning kind kan doen, dat zijn:
Dus Piet niet
Gelukkig zijn er in eerdere uitspraken van rechters wel uitgangspunten ontwikkeld, waarvan de rechter uit kan gaan.
In dit geval past de rechter de minder strikte maatstaf toe:
De minder strikte maatstaf houdt in dat de rechter kijkt naar
De relatie tussen Ans en Jan is nog erg pril en Piet had niet hoeven verwachten dat een andere man binnen zo korte tijd na de geboorte van Josje haar zou erkennen.
-Ans voert aan dat haar relatie met Jan vrij snel stabiel is geworden. Jan zorgt samen met haar voor Josje en Jan is de steunfiguur binnen het gezin. Zij vind het daarom logisch dat zij Jan toestemming heeft gegeven om Josje te erkennen.
Ans zegt nog dat de relatie tussen haar en Piet kort heeft geduurd en dat zij samen nooit de wens hebben gehad een gezin te stichten.
-Piet voert aan dat het belangrijk is voor Josje dat de juridische vaderschap in overeenstemming is met de biologische vaderschap. Dit is belangrijk voor de identiteitsontwikkeling van Josje.
Ans heeft te weinig aangevoerd om de rechter ervan te overtuigen dat er risico’s zijn voor het kind als de vervangende toestemming tot erkenning aan Piet wordt verleend.
Rechter vernietigt de erkenning gedaan door Jan. De rechter verleent Piet vervangende toestemming tot erkenning van Josje.
De rechter heeft dit afgewezen omdat Piet Josje nog nooit had ontmoet en geen beeld heeft van het kind en geen informatie over haar. Hij kan niet geacht worden in staat te zijn beslissingen over haar te nemen.
De rechter vindt dat hij te weinig informatie heeft om een contactregeling vast te stellen en vraagt de Raad voor de Kinderbescherming hier onderzoek naar te doen.
In deze zaak is in augustus 2017 het verzoek bij de rechtbank ingediend. In maart 2018 heeft de rechtbank de verzoeken afgewezen. In juni 2018 is hoger beroep ingesteld. De uitspraak in hoger beroep was in december 2018. In september 2019 moet de Raad voor de Kinderbescherming met een rapport over de zorgregeling komen. Daarna moet er een zitting bepaald worden.
Het is dus een langdurige kwestie.