Verhuizen na scheiding met kind jurisprudentie : Vervangende toestemming verhuizing. Bij gezamenlijk gezag wordt door de rechter andere criteria toegepast dan bij eenhoofdig gezag. In dit artikel behandel ik de in de jurisprudentie vastgelegde criteria.
Na het uit elkaar gaan van partners; gaat ieder door met het eigen leven. Je krijgt een nieuwe relatie of een nieuwe baan. Een reden om te willen verhuizen na scheiding.
Hoe gaat dat dan als jij samen met jouw ex partner kinderen hebt?
Je zegt tegen de andere ouder dat je het voornemen hebt om te gaan verhuizen met jullie beider kind. Als de ander het hier niet mee eens is, wat dan?
Dit staat meestal in het ouderschapsplan vermeld bij co ouderschap. Co ouderschap is werkbaar als de kinderen makkelijk vanuit beide woonhuizen hun school bereiken; hun vriendjes en sport (sociaal leven) Hierbij wordt meestal uitgegaan van 12 a 20 km.
Ook als je geen co ouderschap hebt, maar als er een omgangsregeling is afgesproken, is het verstandig in het ouderschapsplan op te nemen dat bij verhuizing overleg moet zijn met de andere ouder en toestemming. Vaak wordt ook in dit geval een afstand vermeld. Dit om de afgesproken regeling werkbaar te houden.
Als de andere ouder geen toestemming geeft om te verhuizen, wat dan? Degene die graag wil verhuizen na scheiding kan dan de rechter vragen vervangende toestemming te verlenen om te verhuizen. (en bijv. daarnaast vervangende toestemming voor inschrijving van het kind op een nieuwe school)
Als jij degene bent die de verhuizing wil tegenhouden of terugdraaien kan je de rechter verzoeken de verhuizing tegen te houden (soms zelfs met het verzoek om het hoofdverblijf van het kind te wijzigen)
Dit is een belangrijk uitgangspunt voor de rechter om te weten, omdat hij dan naar verschillende wetsartikelen en criteria kijkt en de uitkomst hierdoor verschillend is.
Ik heb op deze website onder de tab GEZAG een toelichting gegeven op de begrippen: gezag, gezamenlijk gezag en eenhoofdig gezag; en de gevolgen ervan.
Gezamenlijk gezag, in dit geval is artikel 253a boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (1:253a BW) van toepassing, hierin staat:
“De rechter neemt een zodanige beslissing als hem/haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt. “
De eerste overweging is dus het belang van het kind. In eerdere uitspraken (jurisprudentie) heeft de rechter uitgemaakt dat er naar alle omstandigheden gekeken moet worden en dat die allemaal moeten meewegen, zoals:
Uitgangspunt is dat de ouder bij wie het kind hoofdverblijf heeft een nieuw leven moet kunnen opbouwen en met een nieuwe partner elders een toekomst op te bouwen.
Van geval tot geval past de rechter deze uitgangspunten en criteria toe. De uitkomst is erg van het geval afhankelijk (casuïstisch)
recente uitspraak:
In kort geding geen onderzoek of man toestemming voor verhuizing heeft gegeven
> Gerechtshof Amsterdam 06-07-2021
In het midden kan blijven of man toestemming heeft gegeven voor verhuizing van vrouw met kinderen. Kort geding leent zich niet voor grondig onderzoek, uitgebreide bewijslevering of toepassing verhuiscriteria. Geen gebod terugverhuizing.
(Over de eventuele terug verhuizing wordt in de bodemprocedure beslist)
recente uitspraak:
In kort geding alleen in uitzonderlijke gevallen toestemming voor verhuizing met kinderen
Hof Den Haag 17-08-2021
Terughoudendheid in KG geboden, maar belang kind en/of verzorgende ouder kan toestemming rechtvaardigen. Daarvan is in deze zaak sprake: moeder heeft met kinderen langdurig verbleven in crisisopvang en kreeg urgentieverklaring woning.
Aan verhuizing naar het buitenland worden zwaardere eisen gesteld dan aan een verhuizing van een aantal kilometers verderop.
Als de andere ouder een procedure start, kan de uitkomst zijn dat de verhuizing teruggedraaid moet worden. Of in sommige gevallen dat de rechter het hoofdverblijf van het kind bij de andere ouder bepaald.
Mocht het zo zijn dat een ouder zonder toestemming met het kind naar het buitenland verhuist is er sprake van kinderontvoering.
Hoe kijkt de rechter tegen de kwestie aan als er geen sprake is van gezamenlijk gezag maar van éénhoofdig gezag. Als de gezaghebbende ouder met het kind wil verhuizen. Het artkel 1:253aBW is dan niet van toepassing.
Een ouder met eenhoofdig gezag mag zelf bepalen waar het kind hoofdverblijf heeft. Als er een andere ouder is, die geen gezag heeft, en het niet met de verhuizing eens is kan deze in kort geding een verhuisverbod vragen
De basis van dit verzoek is artikel 1:247 lid 3 BW. De gezaghebbende ouder heeft de verplichting om de ontwikkeling van de band tussen kind en andere ouder te bevorderen. Een omgangsregeling kan bijvoorbeeld lastiger worden als er een grotere afstand komt.
De uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 19 februari 2019, bevestigt dat de gebruikelijke verhuiscriteria niet gelden voor een moeder die alléén het gezag heeft. De vader had in dit geval de rechter gevraagd om de verhuiscriteria toe te passen, de rechter is hierin dus niet meegegaan.
Evengoed mag een verhuizing met kind niet tot gevolg hebben dat de belangen van het kind ernstig in het gedrang komen of dat de ontwikkeling van de banden met de vader ernstig wordt geschaad.
De rechter constateert: “ ......dat moeder alleen het gezag uitoefent over het kind.