Ik krijg vaak vragen over kinderalimentatie. Op de 8 meest frequent gestelde vragen geef ik hierna antwoord. De vragen hebben betrekking op: kinderalimentatie; kindgebonden budget; kinderalimentatie en ouderschapsplan; Kinderalimentatie en niet-wijzigingsbeding : mag dat?
-------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------
Het CBS en Nibud hebben onderzoek gedaan naar de kosten van kinderen. Dit onderzoek hebben zij meerdere jaren gedaan.
Zij hebben gekeken hoeveel een gezin, met één kind en met een inkomen van een bepaald bedrag, aan dat kind besteedt. Dit hebben ze ook gedaan voor gezinnen met 2 of 3 of 4 of meer kinderen.
Tevens hebben ze de kinderen ingedeeld in leeftijdscategorieën (overeenkomstig de kinder-bijslagpunten).
Met gebruik van de tabellen waarin het resultaat van het onderzoek is neergelegd kan de behoefte van een kind aan kinderalimentatie worden vastgesteld.
Dus de gebruikelijke kosten voor kinderen zijn in dit behoefte bedrag meegenomen, waaronder dan ook, kado's, schoolgeld, lidmaatschap, kosten schoolmateriaal enz. (het kindgebonden budget wordt met de leeftijd van 12 en 16 verhoogd; dit betreft een tegemoetkoming in de schoolkosten)
Dus de gebruikelijke kosten. Als er buitensporige kosten zijn moet bekeken worden of deze nog bij de berekening betrokken moeten worden, dus of ze behoefte verhogend zijn (bijvoorbeeld uitgaven voor paardrijden op nationaal/internationaal wedstrijdniveau)
* Bij kinderalimentatie wordt er gekeken naar de behoefte van het kind.
* Vervolgens wordt gekeken hoeveel beide ouders in deze behoefte kunnen bijdragen. Naar rato wordt de kinderalimentatie vastgesteld.
Maar stel dat het kind in zijn laatste schooljaar een dure buitenlandse reis heeft, dan is het wel gewenst (fijn voor het kind) als hier extra voor wordt bijgedragen zodat hij/zij ook mee kan.
hier doorklikken naar (2019) behoeftetabel.
De behoeftetabel die je via de doorklik kunt inzien is de tabel van 2019. Deze is van toepassing op alimentaties van na 1 januari 2019 (het uit elkaar gaan na 01-01-2019). Voor eerder vastgestelde alimentaties moet naar vroegere tabellen gekeken worden(van het desbetreffende jaar)
Behoeftetabel 2022
De berekening van de behoefte in de tabel van 2022 en eerder is anders dan de huidige berekening zoals staat in de behoeftetabel 2023.
Als het bedrag van de kinderalimentatie in het ouderschapsplan is opgenomen dan is het duidelijk welk bedrag betaald moet worden. Zolang de betaling plaatsvindt is er geen probleem.
Als niet betaald wordt dan stuit je op het probleem: hoe kan ik de achterstand kinderalimentatie vorderen? Het ouderschapsplan kan niet ter inning naar de deurwaarder of het LBIO (landelijk buro inning onderhoudsbijdrage) worden gezonden.
Er moet eerst een rechterlijke uitspraak komen (beschikking) waarin de plicht tot het betalen van de kinderalimentatie (het bedrag) vermeld staat.
Dus voor inning van alimentatie is een uitspraak van de rechter nodig.
Van minderjarige kinderen, maar ook van jongmeerderjarige kinderen, kan niet verwacht worden dat zij door eigen inkomsten te gaan verwerven (deels) in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien.
Dit neemt niet weg dat, als jongmeerderjarigen wél inkomsten (structurele inkomsten) hebben, deze inkomsten een rol kunnen spelen bij de vraag of en zo ja, welke behoefte zij hebben aan een bijdrage.
De tabellen lopen tegenwoordig door tot een netto besteedbaar gezinsinkomen van € 6.000,- per maand ‘of meer’. Dit brengt in beginsel mee dat, ook als sprake is van een hoger netto besteedbaar gezinsinkomen dan € 6000,- per maand, uitgegaan wordt van het maximale tabelbedrag. Dit is niet in alle gevallen reëel. Bijvoorbeeld als sprake is van een aanzienlijk hoger maandelijks gezinsinkomen. De kosten van kinderen in die gevallen zijn veelal (aanzienlijk) hoger. Als bepleit wordt dat in een specifiek geval niet uitgegaan dient te worden van de Nibudtabellen, maar van de werkelijke kosten van een kind, zullen deze werkelijke kosten uiteraard aangetoond moeten worden. De meest aangewezen methode daarvoor is het opstellen van een zogenoemde behoeftelijst waarin post voor post de kosten van de kinderen uiteen worden gezet. Uiteraard dienen deze kosten onderbouwd te worden met bewijsstukken.
Het netto besteedbaar inkomen (NBI) bestaat uit het bruto inkomen uit arbeid, uitkering en/of vermogen, verminderd met de belastingen en premies die daarover verschuldigd zijn, waarbij tevens de relevante heffingskortingen in aanmerking worden genomen. Ook worden hierbij de netto uitgaven voor inkomensvoorzieningen, zoals de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering, in aanmerking genomen. Geen rekening wordt gehouden met de fiscale gevolgen van het zijn van eigenaar van een woning en de bijtelling vanwege een auto van de zaak. Het NBI wordt vermeerderd met het kindgebonden budget waarop recht bestaat. (bijtelling kindgebonden budget vindt plaats bij de draagkrachtberekening voor kinderalimentatie)
Het gaat over een beding dat ouders zijn overeengekomen en waarin is bepaald dat de vastgestelde kinderalimentatie niet kan worden gewijzigd, ook niet als zich een wijziging van omstandigheden voordoet die zonder zo’n beding zou leiden tot aanpassing van die kinderalimentatie. De vraag is of zo’n beding geldig is.
De Hoge Raad (1 november 2019) is van oordeel dat een dergelijk beding niet in alle gevallen nietig is.
Kindgebonden budget moet in de draagkrachtberekening bij het inkomen (van degene die het ontvangt) opgeteld worden.
Kindgebonden budget vermindert behoefte aan partneralimentatie niet. Zowel bij het bepalen van de behoefte als de draagkracht geen rekening houden met kindgebonden budget.