-* Erkenning kind : de wettelijke regels -* Vervangende toestemming erkenning : als moeder haar toestemming erkenning niet geeft. -* Hoe past de rechter de regels volgende uit jurisprudentie (eerdere uitspraken) toe? -* Met aan het slot van dit artikel een advies van mij.
Vader en moeder, ik noem ze Henk en Carla zijn het er niet over eens dat Henk hun kind, Jantje zal erkennen.
Ze hebben vroeger samengewoond als gezin en twijfelen er niet aan dat Henk de natuurlijke vader is van Jantje.
Henk schakelt een familierechtspecialist in en namens hem wordt een procedure bij de rechtbank gestart op grond van artikel 1:204 BW (erkenning). Hij verzoekt aan de rechtbank om hem, in plaats van de moeder, vervangende toestemming te geven voor de erkenning van Jantje en om vaststelling van een contactregeling.
De rechter kan op basis van wat Henk en Carla ieder zeggen, geen beslissing nemen en vraagt daarom, een onafhankelijke instantie: de Raad voor de kinderbescherming, om een onderzoek te doen naar:
*zal erkenning van Jantje door Henk de belangen van Jantje of de ongestoorde verhouding tussen Carla en Jantje schaden?
*is er sprake van bezwaren die in de weg staan aan het recht op omgang met elkaar dat Jantje en Henk hebben, en zo nee, welke omgangsregeling moet het meest in het belang van Jantje worden geacht.
Uitgangspunt van de wet is “ dat zowel het kind als de verwekker er recht op hebben dat hun relatie rechtens wordt erkend als een familierechtelijke betrekking. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan de vervangende toestemming worden onthouden:
In dit geval geeft de Raad voor de Kinderbescherming het advies om geen vervangende toestemming te geven voor de erkenning, de bijzondere curator stemt hiermee in.
Nu de rechter heeft gehoord wat zowel Henk als Carla (en hun advocaten) hebben gezegd in de procedure en het rapport en advies van de Raad voor de kinderbescherming en de bijzondere curator en gezinsvoogd heeft gehoord Kan de rechter een beslissing nemen. Hij heeft ook Jantje gesproken tijdens het kindergesprek, wat Jantje tegen de rechter heeft gezegd wordt door de rechter meegewogen in zijn beslissing maar is niet doorslaggevend.
De kinderrechter stelt vast dat er sprake is van (emotionele) weerstand bij Carla tegen de erkenning van Jantje door Henk; Dit is ontstaan na het beëindigen van hun samenwoning als gezin. Carla wil niet dat Henk een band opbouwt met Jantje, want zij heeft een zeer negatief beeld van Henk. Uit de Raadsrapporten blijkt dat Carla haar negatieve beeld van Henk (onbewust) overbrengt op Jantje. Dit heeft invloed op Jantje. Hij heeft ook een zeer negatief beeld van Henk, waarbij onduidelijk is in hoeverre dit beeld door zijn eigen ervaringen met zijn vader is gevormd. Ook vangt Jantje de spanningen van zijn moeder over de procedure op, wat niet goed voor hem is.
Enkel door de erkenning zal Henk echter geen (fysieke) rol spelen in het leven van Carla en Jantje. Hierdoor wordt alleen de juridische werkelijkheid in overeenstemming gebracht met de biologische werkelijkheid, door Henk te vermelden op de geboorteakte van Jantje als zijn vader.
-De rechter denkt dat het voor later belangrijk is dat in officiële papieren staat wie de vader is van Jantje, zodat niemand daarover kan twijfelen.
-Bovendien kan Jantje niet door een andere man dan Henk worden erkend.
-Op grond van de wet kan Jantje dan ook erven van Henk
-en kan Jantje de Nederlandse nationaliteit via de vader krijgen.
Enkel door de erkenning krijgt Henk geen zeggenschap over het kind. Carla blijft alleen belast met het gezag en zal de belangrijke beslissingen voor Jantje blijven nemen. Carla hoeft voor vakanties met Jantje daarom geen toestemming van Henk te krijgen. Door de erkenning zal de geslachtsnaam van Jantje ook niet veranderen.
De kinderrechter is van oordeel dat niet is gebleken dat de erkenning van Jantje door Henk de belangen van Jantje of de ongestoorde verhouding tussen Carla en Jantje zal schaden. Nu het verwekkerschap van Henk vaststaat, acht de rechtbank het juist in het belang van Jantje dat hij in een familierechtelijke betrekking tot zijn vader komt te staan. Het verzoek van Henk zal daarom worden toegewezen.
De rechter verleent aan de vader, toestemming om zijn kind te erkennen
In deze zaak had de rechtbank in mei 2017 in een tussenbeslissing opdracht gegeven aan de Raad voor de kinderbescherming om een rapport op te stellen en heeft de rechtbank een bijzondere curator aangesteld. Daarna is in april 2018 weer een zitting geweest (waarbij het kind onder toezicht is gesteld). De raad voor de kinderbescherming heeft vervolgens naar aanleiding van vragen van de rechter later nog weer informatie verstrekt. In januari 2019 sprak de rechter met het kind. Op de zitting van 10 januari is het kind gehoord (zonder dat de ouders daarbij aanwezig zijn) en 2 dagen later heeft de zitting plaatsgevonden.
Het duurt dus even voor er een uitspraak is. In dit geval 2 jaar.
De uitspraak van de rechter is pas geldig op het moment dat de 3 maanden hoger beroepstermijn voorbij is. Jantje is dan al 12 jaar geworden. Mocht in dit geval het kind dan zijn toestemming niet willen verlenen kan de vader een nieuwe procedure starten en de rechter vragen voor vervangende toestemming in de plaats van de toestemming van het kind.
Advies: zorg ervoor dat tijdens de relatie of samenwoning de erkenning van jouw kind is geregeld .
Meer informatie over erkenning